Tijdens onze studiedag van 12 november 2022 werd ik door een van de inleiders geattendeerd op dit boek dat het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog probeert te beschrijven vanuit Russische optiek. Rusland staat vanwege de actuele agressie tegen de Oekraïne bij mij in het bijzonder in de belangstelling.
Ik probeer het agressieve gedrag van de huidige Russische staat te duiden. Niets is dan beter om een geschiedenisboek ter hand te nemen. De geschiedenis is immers de basis van het heden. Hieronder een korte recensie.
Baltische aristocraten
De auteur Dominic Lieven is een gereputeerde Ruslandkenner en is o.a. verbonden aan Cambridge University. Op YouTube zijn diverse interessante lezingen van hem te vinden. Zijn voorliefde voor Rusland als studieobject is niet bij toeval. Zijn familie stamt namelijk uit Baltische aristocraten die aanzienlijke functies vervulden in het Tsaristische Rusland, waaronder vice admiraal prins Alexander Lieven, chef staf van de marine bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Nieuwe inzichten
Om maar direct met de deur in huis te vallen: ik vond het geen eenvoudig boek. Toch heb ik doorgezet met als resultaat dat het mij toch de nodige nieuwe inzichten heeft gebracht. Ik noem er hier enkele. Het boek dat in 2015 is verschenen, beschrijft in de kern de Russische buitenlandse diplomatie in de periode 1905 tot 1920. De auteur heeft inzage gekregen in de archieven van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Kom daar nu nog maar eens om! De buitenlandse diplomatieke dienst werd bevolkt door Russische adel. De auteur beschrijft een groot aantal belangrijke figuren: ministers van buitenlandse zaken, onderministers, hogere ambtenaren en ambassadeurs in met name Europese landen. Ieder heeft zo zijn eigen agenda en de knopen moeten worden doorgehakt en het beleid dus worden bepaald door de tsaar. De laatste tsaar, Nicolaas II, werd gezien als een weifelende persoonlijkheid. Dat is natuurlijk niet bevorderlijk voor eenduidig consistent beleid. De adel heeft het buitenlandse beleid bepaald, dat staat vast. De adel liet zich wel beïnvloeden door de Doema (het parlement) en de kranten (waaronder een rabiate anti-Duitse krant Novoe Vremia). Het ‘gewone’ volk had nagenoeg niets in te brengen.
Rusland als grote mogendheid
De Russische adel had over diverse onderwerpen verschillende ideeën maar over één punt waren zij het eens: Rusland was een grote mogendheid en moest dat onder alle omstandigheden blijven. De feiten waren echter anders: de industriële revolutie kwam pas heel laat enigszins op gang (begin 20ste eeuw) en het lijfeigenschap was net afgeschaft. Na de Russisch-Japanse oorlog in 1905 die tot een dramatische nederlaag voor Rusland heeft geleid, ontstond een revolutie in Rusland die met harde hand moest worden neergeslagen. De Doema werd toen met zeer beperkte bevoegdheden ingericht. Naar mijn mening zie je dat nog steeds terug in de huidige politiek van Rusland: de breed gedragen notie dat Rusland een grote mogendheid is terwijl haar economie nagenoeg even groot is als die van de Benelux.
Oekraïne en opkomend nationalisme
Onder de adel werd de gedachte breed gedeeld dat de Oekraïne een onlosmakelijk onderdeel van Rusland uitmaakte. Sterker nog: Oekraïne werd gezien als noodzakelijk voor de grote- mogendheidstatus van Rusland. In de Oekraïne (Donbas) vond toen reeds op grote schaal mijnbouw plaats onder leiding van o.a. Belgische ondernemers. Dat verklaart misschien de opstelling van Rusland in deze tijd. Toen werd (en nu wordt) er overigens niet naar de mening van de Oekraïners zelf gevraagd! De verhoudingen met Oostenrijk-Hongarije waren niet best. Niet alleen vanwege de annexatie van Bosnië-Herzegovina in 1908 maar ook vanwege het feit dat Oostenrijk-Hongarije de Oekraïners onder haar bewind in Oost-Galicië vrij liet om hun Oekraïense entiteit te ontwikkelen. Dat ontluikende Oekraïense nationalisme werd door Rusland als zeer gevaarlijk gezien. Dat kon immers separatistische ontwikkelingen bevorderen en dat moest worden voorkomen. Oekraïne diende gewoon bij Rusland te horen. Ook de verhoudingen met het Duitse keizerrijk waren gespannen. Duitsland kwam op als nieuwe grote mogendheid, waardoor Rusland zich daardoor in haar positie aangetast voelde. De auteur besteedt bijzondere aandacht aan het opkomende nationalisme en het gevaar dat dit vormde voor het voortbestaan van de grote rijken, zoals Oostenrijk-Hongarije, het Ottomaanse rijk, Rusland (Oekraïne) maar ook het Verenigd Koninkrijk (de Ierse kwestie).
De adel en de Oost-West verhoudingen
De adel dacht over diverse aspecten verschillend. Wat betreft de Oost-West verhoudingen werd er veel aandacht besteed aan Europa en in het bijzonder aan Duitsland als opkomende grote mogendheid. Rusland zag dit als een bedreiging van de ‘balance of power’ en dus ook van haar status. Ook was er aandacht voor het imploderen van de andere grote mogendheden te weten: Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse rijk. Men vond dat zij hun Slavische broedervolkeren van de Balkan dienden te steunen. Een religieuze component speelde daarbij zeker een rol; niet alleen hingen de meeste landen op de Balkan (met name Servië en Bulgarije) hetzelfde orthodoxe geloof aan, een actieve rol van Rusland op de Balkan bood ook de mogelijkheid om Constantinopel (huidig Istanboel) te veroveren. Voor de Russen is Constantinopel het tweede Rome en Moskou het derde Rome. Bovendien kon dan een vrije doortocht van de Zwarte zee door de Dardanellen naar de Middellandse Zee worden geforceerd. Het Verenigd koninkrijk had zich immers het Suez kanaal toegeëigend en hetzelfde gold voor de VS met het Panamakanaal. Sommigen waren daarentegen van mening dat de toekomst van Rusland in het Oosten moest worden gezocht en men zich van het westen moest afkeren. De ontwikkeling van Siberië diende ter hand te worden genomen. Een begin was er al: de trans-Siberische spoorlijn was in de maak.
Hofpartij vs. landpartij
Er bestond een groot verschil tussen de adel wonende en werkende in Sint Petersburg, vaak werkzaam aan het hof van de tsaar, die vaak van buitenlandse origine was en meer liberaal en op het westen was gericht en de landpartij, die geconcentreerd was in Moskou. Zij richtte zich op het orthodoxe Rusland en wezen westerse invloeden af.
Wel of geen oorlog
Verschillende partijen spraken zich uit voor het voeren van een oorlog in de aanloop naar 1914. Rusland zou voldoende hersteld zijn van het debacle tegen Japan uit 1905. Anderen waren de mening toegedaan dat er enkele generaties nu juist geen oorlog moest worden gevoerd om Rusland tot verdere ontwikkeling te brengen. Zoals bekend heeft de oorlogspartij uiteindelijk aan de het langste eind getrokken.
Al met al geeft het boek een goede blik in de keuken van de buitenlandse politiek van Rusland in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog. In het nawoord neemt de auteur ons mee naar de huidige tijd. Hij is van mening dat de VS een grote mogendheid is die op zijn retour is en dat China opkomt als nieuwe grote mogendheid. Hij vreest dat deze omwenteling, gelijk aan die in de aanloop naar 1914 tussen Duitsland als opkomende grote mogendheid en Rusland als grote mogendheid op zijn retour, weer tot een gewelddadige afwikkeling zou kunnen komen. Laten we hopen dat de auteur een pessimist is.
Eugène Rosier
Voorzitter Studiecentrum Eerste Wereldoorlog
Reageren? info@ssew.nl