Door Eric R.J. Wils
Op 23 maart 1919 werd door Benito Mussolini op een bijeenkomst, gehouden op het Piazza San Sepolcro in Milaan, de beweging Fasci di Combattimento(externe link) opgericht. Het waren strijdgroepen, voornamelijk bestaande uit oorlogsveteranen die een zwart hemd droegen, die wilden strijden voor een in hun ogen beter Italië. Het gelanceerde Programma dei fasci italiani di combattimento bevatte tal van sociale aspecten zoals het voorstel om een werkdag tot acht uur te beperken. En de militaire paragraaf was zeker niet strijdlustig gezien het voorstel tot ‘De oprichting van een nationale militie met korte opleidingsperioden en een uitsluitend defensieve taak’ (vertaling door Google). Weinig extreme woorden maar de praktijk van de strijdgroepen ging wel richting reactionair geweld.
Mussolini had in november 1914 een eigen krant Il Popolo d’Italia opgericht na zijn vertrek bij het socialistische dagblad Avanti! De ‘socialistische stokebrand’, in de woorden van Mark Thompson (De Witte Oorlog, 2008), was van standpunt veranderd en steunde met zijn krant de Italiaanse interventie in de oorlog. De breuk met de socialisten was volledig. Hij vocht zelf ook mee en raakte in de oorlog zwaargewond. In de Telegraaf van 14 maart 1917 stond een bericht dat de Italiaanse koning een bezoek bracht aan het veldlazaret waar Mussolini werd verpleegd:
De koning liet zich het bed aanwijzen waarin de socialistische agitator lag. Nadat hij dezen genaderd was, zeide de vorst:
— Hoe gaat ‘t met u, Mussolini ?
— Niet al te best, majesteit, antwoordde de gewonde.
Na zijn ontslag uit het Italiaanse leger nam Mussolini in juni 1917 zijn functie bij de krant Il Popolo d’Italia weer op. De gruwelijke oorlogservaringen hadden zijn wereldbeeld veranderd. Hij droomde ervan dat Italië na de overwinning bestuurd zou gaan worden door een ‘frontstrijdersgemeenschap’. De ondertitel ‘socialistisch dagblad’ van zijn krant werd in augustus 1918 vervangen door ‘dagblad van strijders en werkers’. Dat lijkt op de communistische strijdkreet van arbeiders en soldaten, maar ‘werkers’ waren iedereen zonder klassenverschil. En na de Italiaanse overwinning in november 1918 ging hij met oorlogsveteranen aan zijn politieke droom werken.
Werd Mussolini en zijn krant Il Popolo d’Italia in de oorlogsjaren nogal eens geciteerd in de Nederlandse kranten, dan was dat in 1919 niet overvloedig. In de kranten uit 1919 komt zijn naam slechts elf keer voor (zie KB/Delpher). De meeste berichten dateren van rond de verkiezingsstrijd van november 1919 met relletjes in Milaan. Daarbij kwamen Mussolini en zijn medestander Filippo Marinetti, een futuristisch kunstenaar, in de gevangenis terecht. Het eerste Nederlandse krantenbericht over Mussolini uit 1919 stond in het Algemeen Handelsblad van 7 mei. Daarin werd hij zelfs als prof. Mussolini – hij was in zijn jonge jaren onderwijzer geweest – aangeduid in het volgende citaat:
Neemt de gematigd katholieke “Italia”’ ter hand, of de conservatieve “Perseveranza”, of de radicaal-socialistische “Popolo d’ltalia”, overal wordt dezelfde politiek voorgestaan. In dit laatste partijorgaan zegt de directeur, prof. Mussolini, naar zijn aard, de dingen misschien het duidelijkst. Laat de wereld voor een fait accompli worden gesteld. Laat Italië Istrië en Dalmatië en Fiume maar vast annexeeren. Laten de dappere Italiaansche legers maar te velde trekken tegen de machteloos tandenknarsende Serviërs.
Dus geen woord over de oprichting van beweging Fasci di Combattimento op 23 maart 1919 in de Nederlandse kranten, wel over de Italiaanse eisen om het grondgebied uit te breiden met delen van het vroegere Oostenrijk-Hongarije zoals de stad Fiume. Net als meer landen in Europa was Italië na de oorlog het toneel van onlusten met revolutionaire bewegingen die elkaar bevochten. Over de aanval van Mussolini’s medestrijders op het redactiegebouw van het socialistische dagblad Avanti! op 15 april 1919 in Milaan werd in een aantal Nederlandse kranten wel bericht maar zonder vermelding van zijn naam. In de Leeuwarder courant van 24 april 1919 stond een uitgebreide beschrijving van die gewelddadige confrontatie. Hieronder een citaat:
Op het Domplein waren soldaten en ruiterij om de beide groepen betogers uit elkaar te houden. Er was den militairen gezegd niet te schieten. Alle pogingen mislukten echter. De beide groepen raakten handgemeen en van revolvers werd ruimschoots gebruik gemaakt. De vrouw in het rood en twee soldaten zijn gedood en 27 soldaten en burgers werden gewond. De antibolsjewistische betoogers bestormden daarop het gebouw van de socialistische “Avanti”, sloegen binnen alles kort en klein, smeten de meubels op straat en maakten de zetmachines onklaar.
Meer dan de oprichting van de beweging Fasci di Combattimento op 23 maart was de bestorming van de Avanti! op 15 april 1919 tekenend voor de beweging en het ontstaan van het Italiaanse fascisme. De later zo beruchte woorden ‘fascisme’ en ‘fascist’ komen echter nog niet voor in de Nederlandse kranten uit 1919. In de toekomst kijken is nu eenmaal moeilijk en de beweging had ook een vroege dood kunnen sterven. Maar zoals bekend greep Mussolini in 1922 de macht in Italië.