Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de Alpen het Zuidfront. De Duitsers noemden dit front toepasselijk de ‘Gebirgskrieg’. Hier werd gevochten tussen Oostenrijk-Hongarije en Italië en hun bondgenoten. Net als aan het Westfront werd dit snel een loopgravenoorlog, in dit geval tussen rotsen en sneeuw. In december 1916 waren het echter niet de vijandelijke troepen die voor de meeste doden zorgden, maar de sneeuw die in overvloed was gevallen. In een maand tijd vielen er naar schatting tussen de 8.000 en 10.000 doden door lawines. In de dodelijkste sneeuwlawine ooit vielen er tussen de 270 en 310 doden. Deze lawine kwam naar beneden vanaf de Marmolada (3343 meter) in de Dolomieten.
door Rogier van Rijn
Stad van ijs
De Italianen en Oostenrijkers hadden als tactiek om hoge bergpassen en -toppen als strategische punten te gebruiken. Een ambitieuze tactiek. Zo veranderden veel Dolomietentoppen in militaire punten en werd ook het Marmolada-massief belegerd. De Italianen gebruikten de zeer steile en indrukwekkende rotsachtige zuidwand terwijl de Oostenrijkers zich letterlijk in ijstunnels ingroeven op de noordzijde. Tussen de vijandige troepen ontstond dus een waar, vergletsjerd, niemandsland. Na enkele lichte gevechten werd het, mede door het extreem lastige terrein, een loopgravenoorlog.
Terwijl de Italianen zich in rotsachtig terrein ingroeven, bouwden de Oostenrijkers echte ‘steden van ijs’ onder de noordgletsjer. Precies de gletsjer waar tegenwoordig het Marmolada skigebied ligt. Luitenant Leo Hangl, van het Kaiserjäger-regiment, ontwierp een stad van ijs onzichtbaar voor Italiaanse wapens. De diepste kamers waren maar liefst 60 meter diep. Kabelbanen, ver uit schotafstand, brachten soldaten en proviand naar boven. De tunnels van deze ‘stad’ liepen door ijs maar ook door rots om her en der boven de grond te komen voor geweer- en kanonsposten. Nu door het smelten van de gletsjers worden er regelmatig resten gevonden van deze oorlogsgeschiedenis. Wapens, botten van overleden soldaten en andere resten. Naast posten uit het zicht van de Italianen werden er ook houten barakken gebouwd.
Bergen even dodelijk als de vijand
Lawines, steenslag, onweer en kou maakten meer slachtoffers dan vijandelijk vuur op de Marmolada. De soldaten leden aan sneeuwblindheid, hoogteziekte en ondervoeding door het barre klimaat. Aan beide kanten zocht het leger dus ervaren bergbeklimmers om de kans van een overwinning zo groot mogelijk te maken. Deze bergsoldaten probeerden (normaal gesproken onbewoonde) bergpassen en toppen te bereiken om strategische punten te bezetten. Tijdens de gehele belegering van de Marmolada vielen er veel doden maar de winter van 1916-1917 brak alle records. Toen kwam de, tot op heden, meest dodelijke sneeuwlawine ooit naar beneden.
Lawine
De ondergrondse gangen en door rotsen beschermde barakken boden bescherming tegen kogels en artillerievuur, maar niet tegen de witte dood. Soldaten en ingenieurs die veel ervaring hadden met de bergen hadden al het mogelijke gedaan om de tunnels zo veilig mogelijk te bouwen, buiten de typische gevarenzones voor lawines en steenslag. De winter van 1916-1917 was echter een recordwinter voor wat sneeuwval betreft in de Dolomieten. Al in december 1916 viel er 12 meter sneeuw op de top van de Marmolada, waarvan 4 meter sneeuw in nog geen 48 uur. Dagelijks kwamen er, aan beide zijden, soldaten om door lawines of omdat ze in hun tunnels ingesneeuwd raakten. Daarna werd het warmer en de sneeuwval ging tot op grote hoogte over in zware regenval. Het waren de Oostenrijkers die toen de zwaarste klap te verduren kregen: hun houten barakken net naast de Gran Poz (2242 m) werden compleet weggeblazen door een enorme sneeuw- en ijslawine. Meer dan 321 man werden bedolven, zeker 270 soldaten overleefden de lawine niet. Door de kracht van de lawine plus het feit dat er nauwelijks op een veilige manier gezocht kon worden werden er slechts zo’n 40 lichamen teruggevonden.
Compleet geïsoleerd
De bevelhebber van de troepen die op de Gran Poz gelegerd waren zag het gevaar al aankomen. Hij had aan zijn superieuren al acht dagen vóór de dodelijke lawine gevraagd of hij zijn troepen mocht terugtrekken. Dit verzoek werd afgewezen door zijn meerderen die laag in het dal in hun warme kantoren zaten. Extra sneeuwval zorgde er later voor dat telefoonverbindingen verbroken werden en de bevoorradingswegen werden weggeslagen. De Gran Poz was compleet geïsoleerd. De soldaten restten niets dan wachten (op hun noodlot).
Witte vrijdag
De lawine kwam naar beneden op 13 december 1916, tijdens Saint Lucia, een feestdag voor veel katholieke Italianen. Om onduidelijke redenen zou deze dag, een woensdag, de boeken ingaan als Witte Vrijdag. De dodelijkste lawine was de hierboven beschreven lawine op de Gran Poz, maar door de gehele Dolomieten kwamen die dag dodelijke lawines naar beneden. Precieze schattingen van het aantal slachtoffers zijn onmogelijk te geven. Men gaat ervan uit dat in december 1916 tussen de 8.000 en 10.000 soldaten zijn omgekomen alleen al door lawines. Hiermee wordt het gezien als de meest dodelijke sneeuwlawine-periode ooit. Als ook modder-/steenlawines meegerekend worden dan komt deze periode wereldwijd op de tweede plek, na de dramatische puinlawine op Huascarán in Peru (1970) waar zo’n 40.000 doden vielen.
Triggeren lawines
In verschillende bronnen wordt de vraag opgeworpen of de Gran Poz een natuurlijke lawine was of dat de Italianen met artillerievuur deze lawine hebben getriggerd. Hier is niks met zekerheid over te zeggen maar met vier meter sneeuw in 48 uur is het niet raar om te bedenken dat dit een ‘gewone’ lawine was. Je hoeft geen lawinedeskundige te zijn om te begrijpen dat met zoveel sneeuw lawinegevaar 5 van kracht zou zijn geweest als de lawineschaal toen al had bestaan. Wel probeerden militairen in deze sneeuwrijke winter regelmatig lawines over vijandige troepen af te schieten. Al dan niet getriggerd werden militaire transportwegen, hooggelegen bunkers, verkenningspatrouilles en bemande observatieposten door lawines van de bergen afgeblazen, om soms nooit meer teruggevonden te worden.
Een klein jaar na de noodlottige lawine trokken beide legers zich terug vanaf de Marmolada. Niemand had de slag om deze bergtop gewonnen. Op de Marmolada waren er alleen maar verliezers.
Wintersport
Nu meer dan 100 jaar na deze verschrikkelijke oorlog kunnen we op de gletsjer van de Marmolada skiën. Er is zelfs een skitocht in het thema van de Eerste Wereldoorlog, de ‘Giro della Grande Guerra‘ en een speciaal museum op de Marmolada ingericht dat het verhaal van de strijd beschrijft. Als je op de gletsjer bent is dit museum zeker een bezoekje waard, net als de speciale skitocht.
Dit artikel verscheen eerder op Winterport.nl, de website van de Nederlandse Ski Vereniging. Rogier van Rijn is redacteur en ski-expert.